Montpellier, 5 juli 2022

In het Zuid-Franse Nimes zijn mijn vrouw en ik in 2008 al eens geweest. Net zoals iedereen heb ik onbewust een vernoeming naar die stad al tijden in mijn hoofd zitten.

Toen we er in 2008 waren, vertelde ik mijn vrouw dat sinds 1850 in de Verenigde Staten voor kleding een soort stof werd gebruikt die afkomstig was uit Nimes. Op zijn Frans “des Nimes”. Dat werd door de Amerikanen al gauw verbasterd tot denim. Mijn vrouw gaapte en zei: ‘Het is me wat.’ Ik ging er dieper op in: ‘Die stof zelf werd al eeuwen gebruikt door zeilmakers uit Genua, want dat zeil was dan erg stevig. Op een gegeven moment werd die stof blauw geverfd en dat werd dus in het Frans “Blue de Genes”.’

‘En dat noemden de Amerikanen uiteindelijk blue jeans’, zei mijn vrouw. Ik knikte gretig. Mijn vrouw gaapte weer en zei: ‘Ik ben zo blij dat ik dit nu weet. Ik weet niet hoe ik al mijn hele leven zonder deze kennis had gekund.’

In 2008 kwamen we met een speciale reden naar Nimes. Leonard Cohen zou daar namelijk optreden. In de op het Colosseum lijkende oude Romeinse arena nog wel. Geweldig om de dichterlijke Leonard te zien op een plek waar eens gladiatorengevechten waren, waar bloed en dood een hoge amusementswaarde hadden. (sindsdien is er weinig veranderd)

Geïnteresseerd in geschiedenis als ik ben, vond ik de Romeinse arena een hoogtepunt in Nimes. Het is een nietig en tegelijk groot gevoel als je beseft dat er pakweg tweeduizend jaar terug al mensen rondliepen, dat de 'Arena de Nimes' al zo oud is. Zo lang hebben ze die arena laten staan, niet gesloopt en zelfs onderhouden. Natuurlijk is hij hier en daar afgebrokkeld. Van de grote stenen waarvan hij is gebouwd, zijn sommige stenen nog licht gekleurd. Andere zijn duidelijk aangetast in de loop der eeuwen of in de tussentijd te weinig schoongemaakt. Ik legde mijn hand op wat stenen en voelde dat ik de geschiedenis aanraakte.

Bij het concert van Leonard Cohen stond ik in de rij om wijn te halen. Ik had haast, omdat het concert bijna zou beginnen. Toen iemand voordrong - ik dacht tenminste dat diegene dat deed - en ik uitviel, reageerde iedereen verbaasd op mijn ergernis. Iemand zei: ‘Dat is niet nodig en ongepast, u moet kalm blijven, u niet kwaad maken, want u bent bij Leonard Cohen.’ Die man had gelijk. Helaas was er nog woede in mij omdat ik niet alles uit het verleden goed verwerkt had. Toen Leonard zong: ‘There were three of us this morning, I’m the only one this evening, but I must go on’, dacht ik aan vrienden uit het verleden. Een deel heb ik verloren aan drank en drugs. Een ander deel ben ik op gelukkiger wijze kwijt geraakt door ze voor mij dood te verklaren.

We zijn nu dus weer in Nimes. Weer voor een concert. Dit keer voor een stel muzikanten die symbolisch zijn voor mijn tegenstrijdigheid: Kiss. Ondanks mijn gerichtheid op inhoud vind ik hun live spektakel geweldig. Ondanks mijn intelligentie vind ik de tienerachtige teksten geweldig. Ondanks mijn afstandelijkheid zing ik de liedjes met de rest van de concertbezoekers mee.

Als Kiss het Franse volkslied 'de Marseillaise' inzet, haak ik echter af. Het overige publiek zingt het helemaal uit, tot het slot. Ik zeg tegen mijn vrouw dat Kiss binnenkort in Amsterdam speelt en ik hoop dat ze niet verwachten dat daar het Wilhelmus tot het slot wordt gezongen door het publiek.

Na afloop hebben mijn vrouw en ik het over de verschillen tussen de concerten van Leonard Cohen en Kiss. Een van die verschillen is de bron van de lichtjes: bij Cohen waren het aanstekers, bij Kiss mobieltjes. Daarna hebben we het over de taxi die we namen na het concert van Leonard Cohen. Deze bracht ons van Nimes naar Montpellier. We zoefden in 2008 in de zomernacht over de snelweg naar ons appartement in Montpellier. Overal was het stil en donker, er was haast niemand op de weg en we voelden ons de meest tevreden mensen op aarde.

Dit item is geschreven door Mario van Kaf.